تفسير ابن كثر - سورة الفاتحة الآية 1 | تواصل | القرآن الكريم

مرحباً بك زائرنا الكريم .. لك حرية الإستفادة والنشر

Surah Al-Ma'arij (The Ways of Ascent )

Select reciter

Nederlands

Surah Al-Ma'arij (The Ways of Ascent ) - Aya count 44
Facebook Twitter Google+ Pinterest Reddit StumbleUpon Linkedin Tumblr Google Bookmarks Email
سَأَلَ سَائِلٌ بِعَذَابٍ وَاقِعٍ ( 1 ) Al-Ma'arij (The Ways of Ascent ) - Aya 1
Iemand vraagt en roept om wraak.
لِّلْكَافِرِينَ لَيْسَ لَهُ دَافِعٌ ( 2 ) Al-Ma'arij (The Ways of Ascent ) - Aya 2
Over de ongeloovigen. Er zal niemand wezen, die verhinderen kan.
مِّنَ اللَّهِ ذِي الْمَعَارِجِ ( 3 ) Al-Ma'arij (The Ways of Ascent ) - Aya 3
Dat God hen bedroeven, de meester der trappen.
تَعْرُجُ الْمَلَائِكَةُ وَالرُّوحُ إِلَيْهِ فِي يَوْمٍ كَانَ مِقْدَارُهُ خَمْسِينَ أَلْفَ سَنَةٍ ( 4 ) Al-Ma'arij (The Ways of Ascent ) - Aya 4
Langs welke de engelen tot hem opstijgen in een dag, wiens uitgebreidheid vijftig duizend jaren bedraagt.
فَاصْبِرْ صَبْرًا جَمِيلًا ( 5 ) Al-Ma'arij (The Ways of Ascent ) - Aya 5
Daarom, verdraagt de beleedigingen van de bewoners van Mekka met lofwaardig geduld.
إِنَّهُمْ يَرَوْنَهُ بَعِيدًا ( 6 ) Al-Ma'arij (The Ways of Ascent ) - Aya 6
Want zij (de ongeloovigen) zien hunne straf ver verwijderd.
وَنَرَاهُ قَرِيبًا ( 7 ) Al-Ma'arij (The Ways of Ascent ) - Aya 7
Maar wij zien die nabij.
يَوْمَ تَكُونُ السَّمَاءُ كَالْمُهْلِ ( 8 ) Al-Ma'arij (The Ways of Ascent ) - Aya 8
Op een zekeren dag zal de hemel als gesmolten koper worden.
وَتَكُونُ الْجِبَالُ كَالْعِهْنِ ( 9 ) Al-Ma'arij (The Ways of Ascent ) - Aya 9
En de bergen gelijk wol van verschillende kleuren, door den wind uiteengedreven.
وَلَا يَسْأَلُ حَمِيمٌ حَمِيمًا ( 10 ) Al-Ma'arij (The Ways of Ascent ) - Aya 10
En een vriend zal den ander niet naar zijn toestand vragen
يُبَصَّرُونَهُمْ ۚ يَوَدُّ الْمُجْرِمُ لَوْ يَفْتَدِي مِنْ عَذَابِ يَوْمِئِذٍ بِبَنِيهِ ( 11 ) Al-Ma'arij (The Ways of Ascent ) - Aya 11
Hoewel zij elkander zien. De zondaar zal trachten, zich van de straf van dien dag los te koopen, door zijne kinderen op te offeren
وَصَاحِبَتِهِ وَأَخِيهِ ( 12 ) Al-Ma'arij (The Ways of Ascent ) - Aya 12
En zijne vrouw en zijn broeder.
وَفَصِيلَتِهِ الَّتِي تُؤْوِيهِ ( 13 ) Al-Ma'arij (The Ways of Ascent ) - Aya 13
En zijne bloedverwanten die hem vriendschap bewezen;
وَمَن فِي الْأَرْضِ جَمِيعًا ثُمَّ يُنجِيهِ ( 14 ) Al-Ma'arij (The Ways of Ascent ) - Aya 14
En allen die op aarde zijn. Hij zal begeeren daardoor gered te worden.
كَلَّا ۖ إِنَّهَا لَظَىٰ ( 15 ) Al-Ma'arij (The Ways of Ascent ) - Aya 15
Maar in geenen deele; want het hellevuur,
نَزَّاعَةً لِّلشَّوَىٰ ( 16 ) Al-Ma'arij (The Ways of Ascent ) - Aya 16
Dat hen bij de schedels zal grijpen,
تَدْعُو مَنْ أَدْبَرَ وَتَوَلَّىٰ ( 17 ) Al-Ma'arij (The Ways of Ascent ) - Aya 17
Zal iederen persoon opeischen, die zijn rug zal hebben toegewend, en het geloof ontvlucht is.
وَجَمَعَ فَأَوْعَىٰ ( 18 ) Al-Ma'arij (The Ways of Ascent ) - Aya 18
En die rijkdommen verzameld heeft, en deze gierig ophoopt.
إِنَّ الْإِنسَانَ خُلِقَ هَلُوعًا ( 19 ) Al-Ma'arij (The Ways of Ascent ) - Aya 19
Waarlijk, de mensch is zeer begeerig geschapen.
إِذَا مَسَّهُ الشَّرُّ جَزُوعًا ( 20 ) Al-Ma'arij (The Ways of Ascent ) - Aya 20
Als het kwaad hem treft, is hij ternedergeslagen.
وَإِذَا مَسَّهُ الْخَيْرُ مَنُوعًا ( 21 ) Al-Ma'arij (The Ways of Ascent ) - Aya 21
Maar als het goede hem toevloeit, word hij karig.
إِلَّا الْمُصَلِّينَ ( 22 ) Al-Ma'arij (The Ways of Ascent ) - Aya 22
Zoo bestaan niet degenen die godvruchtig zijn.
الَّذِينَ هُمْ عَلَىٰ صَلَاتِهِمْ دَائِمُونَ ( 23 ) Al-Ma'arij (The Ways of Ascent ) - Aya 23
Die in hunne gebeden volharden.
وَالَّذِينَ فِي أَمْوَالِهِمْ حَقٌّ مَّعْلُومٌ ( 24 ) Al-Ma'arij (The Ways of Ascent ) - Aya 24
En zij, die gereed zijn, een zeker voegzaam deel van hunne bezittingen te geven.
لِّلسَّائِلِ وَالْمَحْرُومِ ( 25 ) Al-Ma'arij (The Ways of Ascent ) - Aya 25
Aan hem die vraagt, en aan hem, die door schaamte teruggehouden wordt te vragen.
وَالَّذِينَ يُصَدِّقُونَ بِيَوْمِ الدِّينِ ( 26 ) Al-Ma'arij (The Ways of Ascent ) - Aya 26
Zij, die oprecht in den dag des oordeels gelooven,
وَالَّذِينَ هُم مِّنْ عَذَابِ رَبِّهِم مُّشْفِقُونَ ( 27 ) Al-Ma'arij (The Ways of Ascent ) - Aya 27
En de straf van hunnen Heer vreezen
إِنَّ عَذَابَ رَبِّهِمْ غَيْرُ مَأْمُونٍ ( 28 ) Al-Ma'arij (The Ways of Ascent ) - Aya 28
(Want niemand is beveiligd tegen de straf van zijnen Heer).
وَالَّذِينَ هُمْ لِفُرُوجِهِمْ حَافِظُونَ ( 29 ) Al-Ma'arij (The Ways of Ascent ) - Aya 29
Die ingetogen leven.
إِلَّا عَلَىٰ أَزْوَاجِهِمْ أَوْ مَا مَلَكَتْ أَيْمَانُهُمْ فَإِنَّهُمْ غَيْرُ مَلُومِينَ ( 30 ) Al-Ma'arij (The Ways of Ascent ) - Aya 30
En die geen gemeenschap hebben met andere vrouwen dan met de hunne, of de slavinnen, die door hunne rechterhanden worden bezeten; want zij zijn zonder blaam.
فَمَنِ ابْتَغَىٰ وَرَاءَ ذَٰلِكَ فَأُولَٰئِكَ هُمُ الْعَادُونَ ( 31 ) Al-Ma'arij (The Ways of Ascent ) - Aya 31
Maar zij, die gemeenschap met andere vrouwen buiten deze hebben, zijn zondaren.
وَالَّذِينَ هُمْ لِأَمَانَاتِهِمْ وَعَهْدِهِمْ رَاعُونَ ( 32 ) Al-Ma'arij (The Ways of Ascent ) - Aya 32
Zij, die wat hun werd toevertrouwd en hun verbond getrouw bewaren.
وَالَّذِينَ هُم بِشَهَادَاتِهِمْ قَائِمُونَ ( 33 ) Al-Ma'arij (The Ways of Ascent ) - Aya 33
Die onwrikbaar in hunne verklaringen zijn.
وَالَّذِينَ هُمْ عَلَىٰ صَلَاتِهِمْ يُحَافِظُونَ ( 34 ) Al-Ma'arij (The Ways of Ascent ) - Aya 34
En die de vereischte voorschriften bij hunne gebeden nauwkeurig in acht nemen.
أُولَٰئِكَ فِي جَنَّاتٍ مُّكْرَمُونَ ( 35 ) Al-Ma'arij (The Ways of Ascent ) - Aya 35
Deze zullen hooggeëerd zijn, en te midden van tuinen wonen.
فَمَالِ الَّذِينَ كَفَرُوا قِبَلَكَ مُهْطِعِينَ ( 36 ) Al-Ma'arij (The Ways of Ascent ) - Aya 36
Wat scheelt de ongeloovigen, dat zij voor u uitgaan
عَنِ الْيَمِينِ وَعَنِ الشِّمَالِ عِزِينَ ( 37 ) Al-Ma'arij (The Ways of Ascent ) - Aya 37
In scharen ter rechter- en ter linkerhand?
أَيَطْمَعُ كُلُّ امْرِئٍ مِّنْهُمْ أَن يُدْخَلَ جَنَّةَ نَعِيمٍ ( 38 ) Al-Ma'arij (The Ways of Ascent ) - Aya 38
Wenscht een hunner den tuin des genots binnen te gaan?
كَلَّا ۖ إِنَّا خَلَقْنَاهُم مِّمَّا يَعْلَمُونَ ( 39 ) Al-Ma'arij (The Ways of Ascent ) - Aya 39
Volstrekt niet.--Waarlijk, wij hebben hen geschapen, van datgene wat zij kennen.
فَلَا أُقْسِمُ بِرَبِّ الْمَشَارِقِ وَالْمَغَارِبِ إِنَّا لَقَادِرُونَ ( 40 ) Al-Ma'arij (The Ways of Ascent ) - Aya 40
Ik zweer bij den Heer van het Oosten en het Westen, dat wij in staat zijn.
عَلَىٰ أَن نُّبَدِّلَ خَيْرًا مِّنْهُمْ وَمَا نَحْنُ بِمَسْبُوقِينَ ( 41 ) Al-Ma'arij (The Ways of Ascent ) - Aya 41
(Hen te verdelgen en) een beter volk voor hen in de plaats te stellen; en niemand kan het verhinderen, indien het ons behaagt dit te doen.
فَذَرْهُمْ يَخُوضُوا وَيَلْعَبُوا حَتَّىٰ يُلَاقُوا يَوْمَهُمُ الَّذِي يُوعَدُونَ ( 42 ) Al-Ma'arij (The Ways of Ascent ) - Aya 42
Daarom, laat hen in ijdele gesprekken waden, en in vermaken genot zoeken, tot zij den dag ontmoeten, waarmede zij bedreigd zijn.
يَوْمَ يَخْرُجُونَ مِنَ الْأَجْدَاثِ سِرَاعًا كَأَنَّهُمْ إِلَىٰ نُصُبٍ يُوفِضُونَ ( 43 ) Al-Ma'arij (The Ways of Ascent ) - Aya 43
Den dag waarop zij haastig uit hunne graven zullen voortkomen, als scharen, die zich naar hunne vanen spoeden.
خَاشِعَةً أَبْصَارُهُمْ تَرْهَقُهُمْ ذِلَّةٌ ۚ ذَٰلِكَ الْيَوْمُ الَّذِي كَانُوا يُوعَدُونَ ( 44 ) Al-Ma'arij (The Ways of Ascent ) - Aya 44
Hunne blikken zullen nedergeslagen zijn, en schande zal hen volgen. Dit is de dag, waarmede zij bedreigd zijn geworden.
Facebook Twitter Google+ Pinterest Reddit StumbleUpon Linkedin Tumblr Google Bookmarks Email


Select language



Select surah


شبكة تواصل العائلية 1445 هـ
Powered by Quran For All version 2
www.al-naddaf.com ©1445h