تفسير ابن كثر - سورة الفاتحة الآية 1 | تواصل | القرآن الكريم

مرحباً بك زائرنا الكريم .. لك حرية الإستفادة والنشر

Surah Abasa ( He frowned )

Select reciter

Nederlands

Surah Abasa ( He frowned ) - Aya count 42
Facebook Twitter Google+ Pinterest Reddit StumbleUpon Linkedin Tumblr Google Bookmarks Email
عَبَسَ وَتَوَلَّىٰ ( 1 ) Abasa ( He frowned ) - Aya 1
De profeet fronst zijn voorhoofd en wendt zich af.
أَن جَاءَهُ الْأَعْمَىٰ ( 2 ) Abasa ( He frowned ) - Aya 2
Omdat de blinde man tot hem kwam.
وَمَا يُدْرِيكَ لَعَلَّهُ يَزَّكَّىٰ ( 3 ) Abasa ( He frowned ) - Aya 3
En hoe kunt gij weten of hij niet misschien van zijne zonden gezuiverd zal worden;
أَوْ يَذَّكَّرُ فَتَنفَعَهُ الذِّكْرَىٰ ( 4 ) Abasa ( He frowned ) - Aya 4
Of dat hij vermaand zal worden, en dat de vermaning van eenig voordeel zal wezen.
أَمَّا مَنِ اسْتَغْنَىٰ ( 5 ) Abasa ( He frowned ) - Aya 5
Den mensch die rijk is.
فَأَنتَ لَهُ تَصَدَّىٰ ( 6 ) Abasa ( He frowned ) - Aya 6
Ontvangt gij gij met eerbied;
وَمَا عَلَيْكَ أَلَّا يَزَّكَّىٰ ( 7 ) Abasa ( He frowned ) - Aya 7
Terwijl gij er niet van beschuldigd wordt, dat hij niet gezuiverd is.
وَأَمَّا مَن جَاءَكَ يَسْعَىٰ ( 8 ) Abasa ( He frowned ) - Aya 8
Maar hij die tot u komt, om zijn heil ernstig te zoeken.
وَهُوَ يَخْشَىٰ ( 9 ) Abasa ( He frowned ) - Aya 9
En die God vreest.
فَأَنتَ عَنْهُ تَلَهَّىٰ ( 10 ) Abasa ( He frowned ) - Aya 10
Verwaarloost gij.
كَلَّا إِنَّهَا تَذْكِرَةٌ ( 11 ) Abasa ( He frowned ) - Aya 11
Gij moest volstrekt niet zoo handelen. Waarlijk, de Koran is eene vermaning.
فَمَن شَاءَ ذَكَرَهُ ( 12 ) Abasa ( He frowned ) - Aya 12
(En hij die daartoe gezind is, onthoudt deze).
فِي صُحُفٍ مُّكَرَّمَةٍ ( 13 ) Abasa ( He frowned ) - Aya 13
En hij is op geachte bladen geschreven.
مَّرْفُوعَةٍ مُّطَهَّرَةٍ ( 14 ) Abasa ( He frowned ) - Aya 14
Verheven en zuiver.
بِأَيْدِي سَفَرَةٍ ( 15 ) Abasa ( He frowned ) - Aya 15
Met de handen van
كِرَامٍ بَرَرَةٍ ( 16 ) Abasa ( He frowned ) - Aya 16
Geëerde en rechtvaardige schrijvers.
قُتِلَ الْإِنسَانُ مَا أَكْفَرَهُ ( 17 ) Abasa ( He frowned ) - Aya 17
Gevloekt zij de mensch! Wat heeft hem tot ontrouw verleid?
مِنْ أَيِّ شَيْءٍ خَلَقَهُ ( 18 ) Abasa ( He frowned ) - Aya 18
Van wat schiep God hem?
مِن نُّطْفَةٍ خَلَقَهُ فَقَدَّرَهُ ( 19 ) Abasa ( He frowned ) - Aya 19
Van een droppel zaad schiep hij hem; En hij vormde hem met evenredigheid.
ثُمَّ السَّبِيلَ يَسَّرَهُ ( 20 ) Abasa ( He frowned ) - Aya 20
Daarna vergemakkelijkte hij zijn uitgang uit den schoot der moeder.
ثُمَّ أَمَاتَهُ فَأَقْبَرَهُ ( 21 ) Abasa ( He frowned ) - Aya 21
Daarna deed hij hem sterven, en legde hem in het graf.
ثُمَّ إِذَا شَاءَ أَنشَرَهُ ( 22 ) Abasa ( He frowned ) - Aya 22
Hierna, als het hem zal behagen, zal hij hem tot het leven opwekken.
كَلَّا لَمَّا يَقْضِ مَا أَمَرَهُ ( 23 ) Abasa ( He frowned ) - Aya 23
Waarlijk, hij heeft tot hiertoe niet volkomen vervuld wat God hem heeft bevolen.
فَلْيَنظُرِ الْإِنسَانُ إِلَىٰ طَعَامِهِ ( 24 ) Abasa ( He frowned ) - Aya 24
Laat den mensch zijn voedsel beschouwen (en op welke wijze het wordt voortgebracht).
أَنَّا صَبَبْنَا الْمَاءَ صَبًّا ( 25 ) Abasa ( He frowned ) - Aya 25
Wij doen het water door regenbuien nederstorten;
ثُمَّ شَقَقْنَا الْأَرْضَ شَقًّا ( 26 ) Abasa ( He frowned ) - Aya 26
Daarna splijten wij de aarde met spleten.
فَأَنبَتْنَا فِيهَا حَبًّا ( 27 ) Abasa ( He frowned ) - Aya 27
En wij doen het koren daaruit voortspruiten.
وَعِنَبًا وَقَضْبًا ( 28 ) Abasa ( He frowned ) - Aya 28
Den wijngaard en het klaverblad;
وَزَيْتُونًا وَنَخْلًا ( 29 ) Abasa ( He frowned ) - Aya 29
Den olijfboom en den palmboom.
وَحَدَائِقَ غُلْبًا ( 30 ) Abasa ( He frowned ) - Aya 30
En tuinen dicht met boomen beplant.
وَفَاكِهَةً وَأَبًّا ( 31 ) Abasa ( He frowned ) - Aya 31
En vruchten en gras.
مَّتَاعًا لَّكُمْ وَلِأَنْعَامِكُمْ ( 32 ) Abasa ( He frowned ) - Aya 32
Voor het gebruik van u zelven en van uw vee.
فَإِذَا جَاءَتِ الصَّاخَّةُ ( 33 ) Abasa ( He frowned ) - Aya 33
Als de verdoovende klank van de trompet zal gehoord worden.
يَوْمَ يَفِرُّ الْمَرْءُ مِنْ أَخِيهِ ( 34 ) Abasa ( He frowned ) - Aya 34
Op dien dag zal de mensch van zijn broeder vluchten.
وَأُمِّهِ وَأَبِيهِ ( 35 ) Abasa ( He frowned ) - Aya 35
Van zijne moeder en zijn vader.
وَصَاحِبَتِهِ وَبَنِيهِ ( 36 ) Abasa ( He frowned ) - Aya 36
Van zijn vrouw en zijne kinderen.
لِكُلِّ امْرِئٍ مِّنْهُمْ يَوْمَئِذٍ شَأْنٌ يُغْنِيهِ ( 37 ) Abasa ( He frowned ) - Aya 37
Ieder mensch zal op dien dag genoeg stof voor zich zelven hebben, om zijne gedachten bezig te houden.
وُجُوهٌ يَوْمَئِذٍ مُّسْفِرَةٌ ( 38 ) Abasa ( He frowned ) - Aya 38
Op dien dag zullen de aangezichten van sommigen schitteren.
ضَاحِكَةٌ مُّسْتَبْشِرَةٌ ( 39 ) Abasa ( He frowned ) - Aya 39
Lachend en vroolijk zijn.
وَوُجُوهٌ يَوْمَئِذٍ عَلَيْهَا غَبَرَةٌ ( 40 ) Abasa ( He frowned ) - Aya 40
En op de aangezichten van anderen zal, op dien dag, stof liggen;
تَرْهَقُهَا قَتَرَةٌ ( 41 ) Abasa ( He frowned ) - Aya 41
Duisternis zal hen bedekken;
أُولَٰئِكَ هُمُ الْكَفَرَةُ الْفَجَرَةُ ( 42 ) Abasa ( He frowned ) - Aya 42
Dit zijn de ongeloovigen, de zondaars.
Facebook Twitter Google+ Pinterest Reddit StumbleUpon Linkedin Tumblr Google Bookmarks Email


Select language



Select surah


شبكة تواصل العائلية 1445 هـ
Powered by Quran For All version 2
www.al-naddaf.com ©1445h